Tijdens de opleiding werpen we een blik op de antroposofie. Antroposofie is ontwikkeld door de wetenschapper, filosoof en kunstenaar Rudolf Steiner (1861-1925). Als kind beleefde hij al de geestelijke wereld net zo concreet als de fysieke wereld om hem heen. In deze spontane waarnemingen lag de kiem van een bijzonder levensplan: het funderen van een nieuwe weg tot inzicht die uitgaat van materie en geest als één geheel en mensen in staat stelt daarin meer kennis en inzicht te verwerven.
Even doorslaggevend als het werk van Steiner voor de geschiedenis van antroposofie is het werk van de mensen die dit hebben voortgezet in innerlijke scholing, wetenschappelijke studie en maatschappelijke werkzaamheid. Dit heeft geleid tot menige vakinhoudelijke vernieuwing. Op gebieden als landbouw, geneeskunde, onderwijs en geestelijke zorg maar ook in architectuur, beeldende en muzische kunsten groeide antroposofie uit tot een inspirerende bron bij het zoeken en inslaan van nieuwe wegen.
Affirmaties zijn bekrachtende zinnen met een positieve intentie. Door middel van het uitspreken van een affirmatie geef je je hersenen de boodschap om volgens een bekrachtende overtuiging te gaan leven i.p.v. een ontkrachtende overtuiging.
Een ontkrachtende overtuiging kan zijn: ‘lk ben het niet waard.’ De bekrachtende overtuiging wordt dan: ‘lk ben het waard.’ Dit kun je verder doorvoeren door de zin te vergroten naar: ‘lk ben het 100% waard onder alle omstandigheden.’
Visualisaties zijn beeldende gedachten. Je onbewuste werkt via beelden. Het meest herkenbaar zijn daarbij je dromen. Dromen zijn boodschappen vanuit je onbewuste. Visualisaties gebruiken we om een bekrachtigend beeld neer te zetten. Wanneer het beeld eenmaal ontstaan is, wordt het makkelijker om het ook echt waar te maken. Door het beeld schep je een positieve energie waarin alles in jou, gelooft dat je gaat bereiken waar je naar verlangt. Je hebt het jezelf al zien doen.
Ervaringen uit onze jeugd oefenen een grote invloed uit op ons dagelijks leven. We zijn gevormd door de wijze waarop onze ouders het leven benaderden. De wijze waarop onze ouders omgingen met bijvoorbeeld momenten van stress, relaties en hun eigen lichaam kunnen wij terugvinden in de manier waarop wij de wereld om ons heen benaderen.
Ieder van ons draagt een innerlijk kind mee. Een kind dat reageert vanuit pijn, verdriet, angst of woede. Een kind dat gehoord en gezien wil worden. Een kind dat we keer op keer wegduwen wanneer het de moed heeft gevonden om door ons ijzeren harnas van zelfbescherming heen te dringen. Innerlijke kinderen draag je mee vanuit gebeurtenissen in je jeugd waarin je je niet begrepen voelde. Elke keer wanneer jij je als kind niet begrepen voelde, niet gehoord of gezien werd ontstond er een klein afgescheiden deel in jou. Een deel dat niet verder is gegroeid. Een deel dat stil is blijven staan in een tijd waarin het kind onbegrip ervoer. Dit deel zal van tijd tot tijd aangeraakt worden door ervaringen in het nu.
Jouw kind zal opstaan, zich uiten en ernaar verlangen om alsnog gezien en gehoord te worden. Helaas komt ons volwassen deel daartegen in opstand. De afkeuring naar de gedragingen van onze innerlijke kinderen is groot. Wij hebben geleerd ons volwassen te gedragen. Verantwoordelijk, sociaal en aangepast zoals de maatschappij van ons verlangt. Deze kinderen gedragen zich naar gelang hun leeftijd en gaan dwars door al onze aangepaste gedragingen heen. Zo zie je in de praktijk vaak dat er door een herkenning van de ouder bij zijn kind, de ouder terugschiet in het verdriet, angst of de woede van zijn innerlijk kind. Op dat moment staan er twee kinderen tegenover elkaar.
Kinderen hebben behoefte aan ontdekken, onderzoeken, experimenteren en spelen. Een kind zal zich pas goed kunnen ontwikkelen als aan al zijn basisbehoeften is voldaan. Er zijn drie verlangens die belangrijk voor een kind zijn voor een optimale ontwikkeling.