Het is zeer belangrijk dat een ouder het gedrag scheidt van het kind. Ik leg ouders vaak het volgende hierover uit:
Ongeacht wat er voorvalt, je houdt onvoorwaardelijk van je kind. Je hebt moeite met zijn gedrag en laat dat dan ook zien. Haal gedrag en kind uit elkaar. Dit kun je doen door het lost te benoemen van elkaar:
Benoem wat je ziet:
Geef het kind de keuze:
Als het kind dit laatste nog niet kan benoemen is dit ook een kwestie van het kind te leren aangeven wat hij nodig heeft.
Wat kun je doen in een situatie waar je met jezelf geen raad weet:
Positief reageren is van belang, zo blijft je kind open om te communiceren en jaag je hem niet in zijn verdedigingsmechanisme. Begin altijd met een positieve ingangszin, bijvoorbeeld: “Ik vind je lief…”
Als er een situatie voordoet waarvan jij vindt dat je kind zich misdraagt of niet aan de regels houdt dan geef je een duidelijke waarschuwing. Meld dan ook dat dit gelijk de laatste is. Mits je twee waarschuwingen hanteert binnen je opvoeding. Het gaat erom dat je dit duidelijk vermeldt aan je kind.
Leg kort uit waarom het afgelopen moet zijn. Bijvoorbeeld bij lelijke woorden: omdat je het niet prettig vindt als er zo tegen elkaar gesproken wordt. Bij elkaar slaan: omdat jij niet wilt dat kinderen elkaar pijn doen.
Vaak benoem je juist wat je niet prettig vindt voor jezelf. Dit zijn vooral dus de onprettige gedragingen van je kind. Het is belangrijk dat men zich hier bewust van is. Bovendien is het essentieel om ook de prettige en positieve momenten bewust te benoemen. Op deze manier hoeft je kind minder negatieve aandacht te vragen. Bijvoorbeeld:
Als een kind of een ander persoon iets tegen je zegt dat je moeilijk vindt en het komt echt bij jou binnen, benoem dit dan als volgt:
Benoem de emotie: “dat doet mij pijn” of “ik word er verdrietig van.” En vraag dan: “Is dat jouw bedoeling?”
Vaak is dit niet de bedoeling en geef je met deze zin ruimte om er even over te praten. Hierdoor blijven emoties niet hangen. Emoties die niet worden uitgesproken of verkeerd worden vertaald gaan vaak vastzitten in ons lijf en hier voelen we ons vaak niet prettig bij. Alles wat we ervaren wordt opgeslagen in het lijf. Bij ieder mens ligt het niveau van hoe hij kan omgaan met indrukken of emoties anders. Door het uitspreken krijgt de emotie de ruimte en mag het er zijn.
Terug naar de casus: Luca is een gesloten kind en praat niet gemakkelijk vanuit zichzelf. Als hij zijn gevoelens laat blijken en zien zoals boos of nukkig, is het belangrijk dat vader deze gevoelens benoemt. Vader kan dan tegen Luca zeggen: “Goed dat je laat zien dat je boos bent en dat mag er zijn en toch gaan we nu naar bed. Omdat het tijd is voor een jongen van jouw leeftijd om te gaan slapen.”
Noot: Kies in je communicatie ervoor om het woord maar te vervangen voor het woord en. Met het woord en kan het daar voorgezegde intact blijven, met een maar doe je het eerder gezegde teniet en ontkracht je in feite alles wat je hebt gezegd.
In deze casus speelt er ook nog onderliggend een eigenschap mee en dat is manipulatie. Iedereen manipuleert. Luca is een gevoelige jongen en voelt haarfijn aan wat er bij vader speelt en hoe hij dingen voor elkaar moet krijgen.
Ik geef vader het volgende terug:
Luca voert op energetisch niveau een machtstijd om jou als papa bij zich te houden en hij is daar redelijk consistent in. Ook hier is communicatie een speerpunt. Je kunt tegen hem zeggen: “Luca ik hou onwijs waanzinnig veel van je en jij en ik slapen op onze eigen slaapkamer, dat heb ik nodig om overdag fit te zijn.”
Leg ook uit dat jij vindt dat papa`s en mama`s een eigen kamer nodig hebben. Spreek hier met Luca een duidelijk termijn voor af. Bijvoorbeeld: “Als je 6 ben weet ik dat je groot genoeg bent om zelf te kunnen slapen.” Vermijd het woord alleen, dit voedt zijn gevoel voor het alleen zijn. Praat in termen als kracht en sterk. Geef duidelijk aan hoe jij dit als ouder gaat aan pakken en hou een vast ritueel aan, bijvoorbeeld:
Voor de ‘samen-tijd’ koop je een tijdwekker die Luca zelf op de afgesproken tijd mag zetten. Hiermee creëer je dat hij zelf de tijd zet en jij niet hoeft te beslissen om weg te gaan. Dit is een belangrijk onderdeel van het zelfstandig worden voor hem. Leg ook uit dat jij je slaap nodig hebt en hiervoor in je eigen bed moet liggen. Dit is een onderdeel van de ontwikkelingsfase: behoefte extern ontwikkelen.
Zorg ervoor dat je natuurlijke hulpbronnen inzet, denk aan de hond waar Luca gek op is. Die kan eventueel ook als overbrugging op zijn kamer slapen en/of een knuffel. Je kunt ook een edelsteen waar hij aan gehecht is bij hem op de kamer zetten.
Als ik kijk naar de energiebanen en energie, concludeer ik dat Luca een (te) lage nier energie heeft. Op een psychisch niveau is de nier-energie verbonden met angst, de impuls om van iets weg te rennen. Overigens kan angst je ook motiveren om je leven sterker te maken. Een lage nier-energie maakt je minder vitaal. Het geeft gevoelens van (emotionele) onveiligheid en angst voor de toekomst, ongeacht je omstandigheden. Dat resulteert bij Luca in onzekerheid en weinig zelfvertrouwen. Op voedingsniveau is hier ook nog winst te behalen. Door goede voeding te kiezen die energie oplevert, wordt Luca sterker en voelt hij zich sterker. Verkeerde voeding kost energie en kan verzwakken. Aan de vader van Luca geef ik het volgende advies:
Vezels zorgen voor een darmperistaltiek. Deze hebben we nodig om te kunnen ontlasten, letterlijk loslaten (denk aan angst en onzekerheid). Vlees daarentegen is zwaar te verteren voor de darmen. Ik adviseer om het witte brood te vervangen voor brood met vezels en het vlees voor kip of vis. Geen cola, deze kan beter vervangen worden voor limonade, sap of water. Weinig tot geen suikers en geef in plaats van suikers beter fruit en groenten.
Ik adviseer een voorgeschreven dieet altijd drie weken te volgen, dan pas kun je spreken van wel of geen resultaat.
Ten slotte nog als extra: De nieren en functie van de bijnieren kan worden beïnvloed door de stress van onzekerheid. Dit resulteert vooral in infecties van de luchtwegen. De verbinding tussen de bijnieren en de longen is zo sterk dat een goede foetale longontwikkeling afhangt van de aanwezigheid van voldoende hoeveelheden van het bijnierhormoon cortisol. Periodieke ziekte, met name bronchitis, longontsteking of andere infecties van de luchtwegen, kan bijdragen aan vermoeide bijnieren. Als dit het geval is, is een doeltreffende ondersteuning van het immuunsysteem belangrijk.
Denk bij het stuk hierboven aan zijn bronchitis!